Andrea Büttner: Bedelaars

Posted on Posted in Uncategorised

‘God heeft mij gaven geschonken, zodat ik daarmee anderen kan dienen. Ze zijn niet van mij, ik heb ze ontvangen en deel ze met anderen. De ander heeft andere gaven ontvangen en ik ontvang weer van die ander. Dat is wat kleinheid [‘littleness’] voor mij betekent.’ Aldus beschrijft een Karmelieter zuster het credo van haar kloosterorde in de film Little Sisters: Lunapark Ostia die werd gemaakt door de Duitse kunstenaar Andrea Büttner. Ostia is dichtbij Rome, waar de zusters in een kermis wonen en hun handwerkjes maken.

‘Kleinheid’ is een van de spilpunten waar de kunst van Büttner om draait. Het betekent geen minderwaardigheid en zeker ook niet minder waarde. ‘Kleinheid’ staat voor een nuchtere én waardige én dienstbare houding. Deze notie gebruikt Büttner om kunstzinnig talent en kunst te benaderen.

Aanraken, met je handen werken, is een productieve manier van denken, zegt zij in een interview. Het is een intiem proces dat in het geval van kunst publiekelijk beoordeeld wordt. Zij vraagt zich af in haar project  What is so terrible about craft? / Die Produkte der Menschlichen Hand (2019, double-channel video) hoe handwerk aangewend kan worden om ‘de wonden van de moderniteit te genezen’. Hoe traditioneel handwerk voortleeft en tegelijkertijd door de moderniteit verandert, heeft bijvoorbeeld met politieke bewegingen, een nationaal narratief of met religieuze identiteit te maken.

Büttner legt haar vinger bij een aantal spanningsvolle vraagstukken in de kunst van onze tijd. Waarom wordt ambacht zo vaak geassocieerd met ‘mindere’ kunst? Waarom zijn sommige ambachtelijke kunstvormen als de houtsnede kunsthistorisch veel minder naar waarde geschat dan bijvoorbeeld het schilderij? Hoe verhouden wij ons tot de k(K)unst? Waarom zijn werken over armoede niet echt bon ton in de kunsthandel? Waarom is er in het topwinsten draaiende populaire deel van de kunsteconomie haast geen discussie meer mogelijk over wat er verder nog interessant is? En waarom denkt men vaak min over het lenen/gebruiken van andermans materiaal in de beeldende kunst, terwijl het uit je hoofd leren en uitvoeren van een gedicht of muziekstuk van anderen wél als kunst wordt gezien?

Büttner pleit voor een hedendaagse vorm van ‘arte povera’. Zij gebruikt het liefst níet de woorden ‘theorie’, ‘praktijk’, ‘methodologie’ of ‘project’. Volgens haar zijn haar projecten precies dezelfde als die van ons allemaal: het leven zelf. Net als iedereen verzamelt zij objecten, beelden van anderen, mogelijke onderwerpen en leest en schrijft zij over wat zij belangrijk vindt, vaak in verband met maatschappelijke problematiek. Om dit in kunstwerken te vertalen zoekt zij naar alles wat minder gewaardeerd is in de hedendaagse kunst: ‘mindere’ materialen zoals triplexplaten, het schilderen op stenen of het thema armoede en ontheemding.

Toen zij met haar (metershoge) houtgravures begon was dit een zeer ouderwets medium dat vooral geassocieerd werd met de middeleeuwen, mannelijke kunstenaars en een matige hobbyachtige kunstuiting. Zij creëert velden van kleur en ritme, haar werk is licht en direct.‘Nederigheid’ krijgt bij haar een positieve klank, ook vanwege de christelijke context waarin zij dit plaatst. Verbazingwekkend hoe weinig over het thema bedelen, armoede of ontheemding is geschreven in de kunstgeschiedenis. Zij vond Franciscus als voorbeeld van hoe armoede hoog gewaardeerd kan zijn. En ook zocht zij aansluiting bij de iconografie van de arme herders en de rijke koningen, die ze onderzocht in haar werk Kings and Shepherds.

In haar opvallende series over bedelaars verbeeldt zij ook schaamte, o.a. door de gezichten te bedekken. In onze cultuur is armoede schaamtevol. Zij vertelt in een van de interviews hoe kunst maken en dan daarop beoordeeld worden ook schaamtevol is. Leken denken vaak dat de kunstenaar vrij is om te maken wat zij wil. Büttner benadrukt hoeveel restricties zij voelt en ziet en hoeveel momenten van zelfcensuur, zelfbeperking, verwarring en verlegenheid zij meemaakt.

Büttner ziet het gebruiken van beelden van anderen als winkelen: kiezen en selecteren. Deze praktijk van toe-eigening heeft te maken met waardering en ontzag, met herhaling en leren. Zij werkt met wat zij echt goed vindt. Zij filmt onderwerpen die zij echt liefheeft. Deze positieve houding is haar uitgangspunt voor gedetailleerde analyse en onderzoek. Zo is de notie ‘kleinheid’, ontleend aan de Karmelieter zusters, een belangrijk onderdeel geworden van haar oeuvre. En wat blijkt: talent als een geschenk ontvangen en doorgeven, vakkundig en vanuit het hart werken voor de ander met eenvoudige materialen zonder al te veel poespas, ook in de ‘lagere’ regionen van de kunst, is een gat in de kunstgeschiedenis.

In tegenstelling tot massaproductie, digitalisering en de gehypete kunsteconomie van het grote geld wil deze kunstenaar de kracht van eenvoud en ambacht benadrukken. Zo werkt ze aan een ommekeer van de hiërarchie in de kunsteconomie.

*

 

Afbeelding 1 – Foto van de tentoonstelling Andrea Büttner: Gesamtzusammenhang Kunst Halle Sankt Gallen, 2017; Bron: https://hollybushgardens.co.uk/artists/andrea-buttner/

Afbeelding 2 – Houtsnede van Andrea Büttner uit de tentoonstelling: The Displacement Effect Berlin 2021; Bron: https://hollybushgardens.co.uk/artists/andrea-buttner/

Afbeelding 3 – Beggars, 2016, woodcut on paper, various dimensions, installation view, Beggars and I-Phones, Kunsthalle Vienna, Austria, 2016; Bron: https://hollybushgardens.co.uk/artists/andrea-buttner/

Belangrijkste gebruikte bron is dit interview met Andrea Büttner: https://www.youtube.com/watch?v=lOnA5mO0qaI

Andrea Büttner (1972) is een Duitse kunstenaar. Ze werkt in verschillende media, waaronder houtsneden, omgekeerde glasschilderijen, beeldhouwkunst, video en performance. Büttner studeerde beeldende kunst aan de Berlin University of the Arts. Van 2003 tot 2004 studeerde ze aan de Eberhard Karls Universiteit in Tübingen en aan de Humboldt Universiteit in Berlijn, waar ze de masters kunstgeschiedenis en filosofie afrondde. Van 2005 tot 2008 verhuisde ze naar het Royal College of Art in Londen en promoveerde ze op haar proefschrift over schaamte als esthetisch gevoel. Religie is een terugkerend thema in haar werk. In 2010 ontving Büttner de Max Mara Art Prize for Women, uitgereikt door de Whitechapel Art Gallery in Londen in samenwerking met het Max Mara modehuis. De prijs werd gecombineerd met een beurs van zes maanden in Italië, waarmee Büttner de artistieke praktijk van Arte Povera onderzocht. In 2012 werd Büttner benoemd tot hoogleraar tekenen aan de Johannes Gutenberg Universiteit in Mainz. Sinds 2017 is ze hoogleraar kunst in een hedendaagse context aan de Kunsthochschule Kassel. In 2017 werd Büttner genomineerd voor de Turner Prize. Büttner schreef meerdere boeken waaronder Shame (König Books, 2020). Büttner woont en werkt in Berlijn. https://www.andreabuettner.com/

Anikó Ouweneel-Tóth is schrijver en curator. Meer info: www.visiodivina.eu

*

Deze tekst verscheen op 9 februari 2022 als ArtWay beeldmeditatie op www.artway.eu.