Boekbespreking over Arent Weevers: Mijmeringen. Over kunst, lichaam en religie

Posted on Posted in Uncategorised

Kunstenaar en theoloog Arent Weevers heeft zijn levenswijsheid omgezet in een boek dat een kunstwerk op zich vormt. Als maatschappelijk werker, rouwbegeleider en studentenpastor was hij in gesprekken altijd al volledig aanwezig, de tijd nemend en zich op de ander richtend. Zonder de problemen te hoeven oplossen schenkt hij de ander aandacht en stelt vragen. Deze luisterende houding, de liefdevolle aandacht, is de bron van zijn betrokkenheid en vormt het uitgangspunt van zijn volkomen eigen mediakunst (3D stereoscopische en/of interactieve installaties, holografisch werk en ‘gewone’ videokunst), die film, dans en theater met elkaar verbindt. In het boek Mijmeringen laat hij de lezer achter de coulissen kijken.

Weevers media-installaties zijn vol ontzag voor het leven, maar ook voor het lijden. Kwetsbaarheid en kracht, pijn en eenzaamheid, verlangen en (aan)raken en bewustzijn van de eigen lichamelijkheid zijn terugkerende thema’s in de installaties. Verwonderen, dansen, lijden, zweven, verdwijnen. Weevers is in staat om de ‘verweesdheid’ van de kijker aan te spreken en tegelijkertijd gemeenschapszin te scheppen.

Opvallend is de leegte als dragende achtergrond in de besproken werken. De kunstenaar schrijft over de afwezigheid als antwoord op verlangen. “Is er Iets (of Iemand) dat niet van deze wereld is en daarom de honger, het gemis, definitief kan stillen? Dat groter is dan al het zijn tezamen, en zich tegelijkertijd daaraan onttrekt? Dat het altijd naar meer verlangen van de mens tot rust brengt?” (p. 19). Zijn eigen antwoord op deze vraag is: “Je wordt op het spoor van God gezet wanneer je een antwoord op het appèl van de ander probeert te geven.” (p. 126)

Voor Arent Weevers zijn kunst en theologie ‘de twee boezems van één hart’. Beide zoeken naar existentiële kernen, benaderen de verborgenheden van leven en dood, het tijdloze en het tijdelijke. Zij opereren op de drempel van het zichtbare en onzichtbare. Zijn kunstwerken brengen ervaringen voort van mededogen met jezelf, met het leven, meevoelen met de medemens, ‘de Ander’. Positieve en negatieve emoties kunnen tegelijkertijd opborrelen. Veel kijkers ervaren in ieder geval respect en eerbied voor de ondoorgrondelijkheid van het bestaan en soms zijn ze verward door de intensiteit van de ervaring.

Mijmeringen is doordesemd met het relatiegerichte gedachtengoed van een van de grootste denkers van de naoorlogse 20ste eeuw, Emmanuel Levinas. Deze filosoof vat levenskunst treffend samen: ‘Het is niet jij die de wereld een plaats geeft, maar het is de Ander, die jou aanspreekt, appelleert en jou een plaats geeft.’ In tegenstelling tot het egocentrisme van de filosofische traditie van zijn tijd, spreekt Levinas over ‘het gelaat van de Ander’, de onbekende die een appèl doet op ons menszijn. Hij benadrukt het anders zijn van de ander die ons aanspreekt en ons inzicht geeft.

Dit boek bespreekt tien media-installaties in termen van kunst en theologie/filosofie. Bij elk werk is er een reflectie van een kenner, daarna vaak gevoelige en persoonlijke gedachten van de kunstenaar zelf over het ontstaan van het werk en aangrenzende verhalenOok zijn er reacties van bezoekers te lezen. Vele goede foto’s (ook op locatie) begeleiden de teksten, ook op dubbele uitklappagina’s.

Sinds Bill Viola’s kunstwerken is de kunstkijker gewend geraakt aan vertraagde videobeelden. Geregisseerde optredens van mensen worden vertraagd van een paar seconden tot minuten durende meditatieve belevingen. Tijd stolt, de kijker verstilt. In de intensiteit van traagheid worden wij geconfronteerd met het essentieel-menselijke.

Het lukt Weevers om zelfs nog iets dichter bij de kijker te komen dan Bill Viola. Hoe verrassend is het om te kijken naar een zwevende uiterste traag bewegende baby (die je echt niet kan regisseren) in een put van een eeuwenoude crypte (Well – 3D stereoscopisch installatie, 2017). Zijn technieken zijn ook veelzijdiger. Neem zijn werk Travelling of the Heart waarin de hartslag van twee bezoekers de oudere naakte dansers op het beeldscherm laat bewegen. Het is natuurlijk een illusie om een film te verbinden met het echte leven, maar met je eigen hartslag kom je toch erg dichtbij. De reacties zijn dan ook vaak overweldigend. Soms wankelt de zintuiglijke oriëntatie van de bezoekers even. De communicatiestroom van de werken is anders dan anders.

De inzet van naakte lichamen is misschien wel de meest provocerende manier om kwetsbaarheid uit te drukken. Het maakt dat de kijker sneller meevoelt en vormt een instant-confrontatie met de eigen lichamelijkheid, het eigen bestaan. Zo speelt met name het lichaam een belangrijke rol in deze verbinding van kunst, lichaam en religie. In het geval van de 3D-installaties hebben de bezoekers – naast sterke gevoelens – vaak ook een lichamelijke reactie.

Vele liefhebbers zullen van dit boek genieten. En ik zie het graag ook als een lesboek over kunst op theologische faculteiten en als lesboek over levenswijsheid op kunstacademies. Het lukt de kunstenaar namelijk om een algemeen-menselijke spirituele snaar te raken, soms met elementen van christelijke beeldtaal. “De kunst en de bijbelverhalen nemen het universele op in het persoonlijke. In het persoonlijke doorvoel je het universele.” (AW p.66)

Mystieke ervaringen en dromen van de kunstenaar/theoloog worden gevangen in beeld. Hij verhaalt over wie wij zijn. “Zo schept Weevers de ruimte voor al onze betekenissen, dwars door kennis, culturen en religies heen. Uit het duister van de wereld haalt hij het licht van het raadsel: helder, diep, mystiek en meeslepend.” (Joost de Wal p.46)

Weevers gebruikt state of the art techniek en ontwikkelt samen met zijn team regelmatig nieuwe manieren om de presentatie zo perfect mogelijk te laten zijn. Een installatie is vaak verweven met speciaal hiervoor gecomponeerde muziek. Om de teksten beter te begrijpen zocht ik regelmatig het besproken werk op. Dat is mogelijk via de website van de kunstenaar, meestal helaas beperkt. Een media-installatie kan men maar beperkt meemaken als fragmentarisch element van het geheel zonder de context. Maar het boek geeft veel beeld en stof tot nadenken. Het helpt zelfs om een beetje van de mysterieuze a/Ander te ervaren. Het deed mij aan deze citaat van Albert Einstein denken:

“The most beautiful thing we can experience is the mysterious. It is the source of all true art and science. He to whom this emotion is a stranger, who can no longer pause to wonder and stand rapt in awe, is as good as dead: his eyes are closed. This insight into the mystery of life, coupled though it be with fear, has also given rise to religion. To know that what is impenetrable to us really exists, manifesting itself as the highest wisdom and the most radiant beauty which our dull faculties can comprehend only in their most primitive forms – this knowledge, this feeling, is at the center of true religiousness. In this sense, and in this sense only, I belong in the ranks of devoutly religious men.

(Albert Einstein in Living Philosophies Simon and Schuster, New York 1931)

*

Anikó Ouweneel-Tóth is cultuurhistoricus en curator. Zij werkte als curator met drie kunstwerken van Arent Weevers (Travelling of the Heart, Josephine’s Well, Triptych) tijdens drie verschillende projecten in monumentale religieuze gebouwen. Lees over Triptych hier.

*

Deze recensie van Anikó verscheen op 24 november 2021 op ArtWay ook.