Waar hemel en aarde elkaar raken

Posted on Posted in Uncategorised

Hoe verbeeld je een wonder? Hoe is het om zoiets mee te maken?

Er was eens, niet in een sprookje maar in de legendarische realiteit, een middeleeuwse prinses met onbegrensde middelen en een hart voor de minderbedeelden. Het was hartje winter. Het merendeel van de mensen leed aan hongersnood. Als deze prinses brood zou uitdelen, zou zij dat met haar leven moeten bekopen. Dat wist ze en toch deed ze precies dat, want in haar hart kon ze geen andere weg bewandelen dan die van de medemenselijkheid. Haar man was de baas over het gebied en betrapte haar op heterdaad. Om haar en publique te vernederen moest de prinses de broden in haar schort laten zien. De hoogste straf hing haar boven het hoofd. Langzaam opende zij haar schort…

Dit is het moment van het schilderij, het uur van de waarheid.

Maar in plaats van in vernedering te eindigen, eindigt het verhaal in een wonderlijke verheffing. Het hoofdpersonage is dapper, ziet haar lot onder ogen, wetend dat zij het goede heeft gedaan. Zij kijkt onverschokken en opgeschrikt tegelijkertijd, nog niet beseffend wat er aan de hand is. Ze opent haar schort, maar nog voor zij het zelf kan zien veranderen de broden in rozen. Hartje winter. Onmogelijk. Een wonder.

Dit is de legende van de Heilige Elisabeth van Thüringen, een Hongaarse prinses die stierf op Slot Marburg, nog voor haar 25ste, in 1231. Zij wordt wereldwijd vereerd als heilige en vele kloosters en ziekenhuizen zijn naar haar vernoemd. Haar legende is een voorbeeld van onbevreesde dienstbaarheid en in dit verhaal komt de Schepper zijn nederige dienares te hulp.

Dit schilderij blijft mij verwonderen. Het werd geschilderd door mijn opa, Sándor A. Tóth, avant-garde schilder en marionettist in de jaren ’30 in Parijs. De hoofdfiguur lijkt een uit hout gesneden pop, vereenvoudigd in vorm en verhoudingen. Het werk is een voorbeeld van laatkubisme met expressionistische elementen, geschilderd als een explosie van ingehouden emoties. De manier van schilderen suggereert iets mythisch: we kijken naar Elisabeth vanuit het perspectief van iemand die knielt of in ieder geval naar haar omhoogkijkt. De kleuren, de lijnen en vormen zijn bewust gebruikt om gevoel over te brengen. Elisabeth draagt een symbolische habijt (later, na de dood van haar man, werd ze non), de rode rozen vormen het passievolle middelpunt. De boodschappers van het moment, de groene lijnen in het onschuldig witte winterlandschap, symboliseren het doorbreken van een andere dimensie. Dit is het moment waarop de liefde zich onthult en hemel en aarde elkaar raken. Het moment van het wonder.

Een krachtig heiligenbeeld van een protestantse kunstenaar.

***

Sándor A. Tóth: Árpád-házi Szent Erzsébet (Heilige Elisabeth), 1937, olieverf op doek, 118 x 45 cm, Museum Kiscelli Budapest.

Sándor A. Tóth (1904-1980) was een Hongaarse avant-garde schilder, marionettist en leraar. Zijn website is onder constructie; voor een impressie van zijn oeuvre kijk dit korte filmpje.

Deze blog verscheen eerder als ArtWay beeldmeditatie op 24 september 2017.