Openingstoespraak Expositie Hansa Versteeg in de Bethelkapel Den Haag

Posted on Posted in Uncategorised

Uitgesproken door Anikó Ouweneel op 30 januari 2020

Ware kunst is een geschenk. Een geschenk zo sterk dat het een openbaring is, de kijker uit evenwicht haalt, weg uit zijn/haar eigen middelpunt. Dan pas kan men de wereld opnieuw en anders gaan zien.

Voor het eerst zag ik het schilderij Madonna del Mare Nostrum in de klokkentoren van de Onze Lieve Vrouwe Abdij in Oosterhout. Verwonderd stond ik naast het touw van de klokken en kon ik maar moeilijk loskomen van het beeld. Curator van de eerste biënnale in de Heilige Driehoek, Guus van den Hout, heeft het goed geplaatst! Het geheel refereerde aan het luiden van de noodklok wat het lot van de vele vluchtelingen betreft, maar ook de noodklok over de reactie of toestand van de kerk of de kijker. Het was ten slotte een Madonna in een klooster.

Door het doek scheen een duidelijke zelfbewuste aanwezigheid mij tegemoet. Er was een presentie. Deze eigenaardige presentie is dan ook precies de reden waarom grote kunst met eerbied omringd is, iets sacraals kan krijgen.

Zij stond/staat daar in haar volle waardigheid. Zij kent geen angst meer. Haar thermische nooddeken verwijst naar de vele andere moeders aan de kusten van de Middellandse Zee. Zo is zij helemaal van deze tijd. Tegelijkertijd is zij de tijdloze moeder die welbewust de belofte voor de toekomst in haar armen draagt. Zij is de vraag geworden: sluit jij ons in je hart?

Je kijkt naar deze moeder met kind en begrijpt dat je heel veel niet weet. In onze onwetendheid worstelen we met wat we moeten vinden van het wereldgebeuren en hoe te reageren op het appèl dat daarvan uitgaat. Zij lijkt rechtstreeks uit de woelige wateren van de Middellandse Zee gered. Alleen is zij niet ziek, vies, uitgeput of ondervoed. Helemaal niet behoeftig.

Moeder en kind zijn met waardigheid bekleed. De mantel der liefde is om hen heen in de vorm van een reddingsdeken, een eerste teken van zorg en aandacht. Het folie kleedt hen en houdt hen warm. Maar er is meer aan de hand. De kleuren verwijzen naar een goddelijke aanwezigheid, of misschien zelfs een goddelijke oorsprong. Alsof een hemelse tegenwoordigheid ook het beeld vult.

De Madonna en haar kind kennen geen angst omdat zij geliefd zijn. Bedekt zijn met de mantel der liefde is de kern van hun waardigheid. En deze is niet afhankelijk van een nooddeken of onze reactie op hun aanwezigheid. Het schenkt hun zelfrespect, sereniteit, een nobele innerlijke houding. En deze liefde verdrijft alle angst.

Zij is helder en kalm. Het is een eer haar te ontvangen.

Dat waren mijn eerste gedachten. Wat een schilderij! Wat een krachtige eigenzinnige werking! Wat een gelaagde algemeen menselijke boodschap geënt in een eeuwenoude schilderkunstige en religieuze traditie die ook nog een duidelijke bijdrage levert aan onze tijd. Schijnbaar door eenvoudigweg een vraag te stellen.

Ik was dan ook zeer benieuwd wie, hoe, en met welke motivatie en geschiedenis, zoiets kan maken. Niet heel lang daarna ontmoette ik kunstenaar Hansa Versteeg en wij hebben sindsdien vaak met elkaar gesproken en geschreven over zijn werk, motieven en processen. Hij is natuurlijk ook aanwezig, dus iedereen is welkom om na afloop verdere vragen te stellen aan hem.

Meteen toen de mogelijkheid zich voordeed heb ik Hansa benaderd om het schilderij in te zetten als de eerste statie in de hedendaagse kunstpelgrimage Art Stations of the Cross in Amsterdam, waarvan ik co-curator was vorig jaar. Samen plaatsten wij de Madonna vóór het Maria Altaar van de hoofd-katholieke kerk van Amsterdam, de Nicolaasbasiliek; onder de muurschildering van de eerste statie in deze kerk, waarin Jezus ter dood wordt veroordeeld. Een spannende zet. Net zoals de Oude Kerk (onze laatste statie in de route), is de basiliek gewijd aan de Heilige Nicolaas, beschermheilige van o.a. kinderen, schippers en de havenstad Amsterdam. Ook daar viel alles op zijn plek.

Ondanks dat het een drukke neo-gotische omgeving is, trok de Madonna de aandacht van bezoekers naar zich toe, al van tientallen meters afstand. Het was altijd druk voor het schilderij. Wij hebben het ondergeschikt aan het Maria Altaar geplaatst, maar veel mensen richtten zich toch eerder op het schilderij dan op het 19e-eeuwse marmeren beeld. Hoewel zij niet tot het schilderij zelf baden, heeft het doek de kwaliteiten om een weg te openen naar de Onzichtbare, en mensen tot gebed en meditatie te bewegen. Het volgeschreven gastenboek sprak boekdelen (het is ook hier aanwezig), de reacties waren overweldigend. Verschillende mensen schreven dat het beeld hun houding tegenover vluchtelingen radicaal heeft veranderd. Wij zagen het gebeuren. De Madonna werd een iconisch beeld.

Kunst dat mensen op deze manier kan raken en zelfs ten goede kan veranderen, is uniek. Deze kwaliteit is een kenmerk van belangrijke geïnspireerde kunst.

Het thema van de 1e Biennale in de Heilige Driehoek was Liefde, Art Stations of the Cross behandelde het thema ‘Troubled Waters’ in verhouding tot het immaterieel religieus erfgoed van de statiegang in de 40-dagen tijd. De vraag na het beeld is inmiddels groot geworden: voor kerkdiensten, meditaties (professor Erik Borgman schreef de eerste bijvoorbeeld), kunstdrukken, exposities (zoals in de Vredesweek in de Domkerk) en als hoogtepunt hier in de Bethelkapel.

Curator Guus van den Hout gaf destijds opdracht voor dit schilderij en hij neemt het volgend jaar mee naar Rome om het daar in samenwerking met het Vaticaan tentoon te stellen. Het werk is onderweg om een van de internationale symbolen te worden van de vluchtelingenstromen wereldwijd. Tegelijkertijd vertegenwoordigt het een voor de kijker persoonlijke en voor het christendom institutionele uitdaging om een reactie daarop te vormen.

Wat een schilderij allemaal teweeg kan brengen.

En wat doet dit allemaal met de kunstenaar zelf?

In de gesprekken die Hansa en ik de afgelopen maanden voerden leerde ik een bescheiden man kennen, die tegelijk wel degelijk weet wat hij allemaal kan. Ik wil hem graag kort introduceren voor degenen die hem nog niet heel goed kennen.

Hansa voltooide de esthetische tak van het Grafisch Lyceum in Utrecht. De bekendste leraren op het Lyceum waren de fotografen Aart Klein en Ata Kando. Kunstgeschiedenis kreeg hij van Simon Levie (directeur van het Rijksmuseum). Met succes doorliep Hansa ook de Academie Artibus (tegenwoordig HKU) waar hij een klassieke schildersopleiding genoot. Overigens nooit met olieverf. Nederland was eind jaren ‘50 begin jaren ’60 nog in opbouw. Men liet de studenten gewoon plakkaatverf kopen.

Een  glansrijke carrière als grafisch vormgever volgde, eerst bij Proost & Brandt (de beroemde Proost Prikkels), daarna bij Otto Treumann, op dat moment de belangrijkste ontwerper in Nederland, bekend door krachtige eenvoudige affiche ontwerpen. Vervolgens was hij als zelfstandige werkzaam voor de culturele sector, o.a. voor De Nederlandse Opera, Het Nederlands Blazerensemble, het Prins Bernhard Fonds, het Concertgebouworkest, het Rijksmuseum, enzovoort. Hij was ook voor een tijd gastdocent op de HKU in Utrecht.

Hansa was dus altijd al erg goed in oersterke composities maken, met de duidelijke beeldtaal van een goed ontwerp. Affiches, posters, postzegels, daarin moet je goed kunnen ‘indikken’, veel in een oogwenk vertellen.

En nu komt het verrassende. Pas vanaf 2000 ging Hansa het grafische werk combineren met autonome fotografie, en langzaam schakelde hij daarna over naar schilderkunst. Kunt u geloven dat de schilder van deze Madonna pas kort voor zijn 70e begon met olieverf te schilderen?

Hansa zegt zelf dat zijn ontdekking van de olieverf hem volledig ‘hooked’ maakte…echt verslaafd; en na zijn eerste olieverfschilderij heeft hij niet alleen zijn penselen nooit meer weggelegd, maar vooral de problemen die het schilderen hem konden opleveren voortdurend opgezocht. Steeds ingewikkelder, steeds uitdagender, doeltreffender, verbluffender. Op het moment dat het olieverfvirus toesloeg, kwamen bij toeval al zijn vaardigheden samen. Zijn kunde als ontwerper zorgde voor een sterk beeld dat in het geheugen blijft hangen, gevoegd bij de gewoonte om alle overbodigheden weg te laten en zich toe te leggen op het creëren van een serie compositie. Zijn liefde voor geschiedenis zorgde voor anachronismen. De hobby voor cartoons veroorzaakte ironie. De liefde voor zijn moeder, die coupeuse was, stuurde zijn belangstelling voor glanzende stoffen, terwijl de boodschappen die hij voor haar moest doen tegelijk zijn scherpte voor kleuren hielp te ontwikkelden. Het resulteerde in een aantal schilderijen waarin stoffen en transparante materialen een centrale rol spelen.

Aan de hand van die resultaten heeft Guus van den Hout die hij kende van museum Ons Lieve Heer op Solder en het Catharijne Convent in Utrecht – in allebeide musea was Guus directeur geweest en Hansa werkte met hem samen. (Guus is trouwens onze link, want hij was de directeur toen ik in het Catharijneconvent als schrijver/onderzoeker over religieus cultureel erfgoed werkte.) Aan de hand van die resultaten daagde Guus van den Hout Hansa uit en gaf hem de opdracht om een Madonna te schilderen voor de Biënnale in de Heilige Driehoek. (De Heilige Driehoek in Oosterhout bestaat uit een aaneengesloten gebied met als kern drie aan elkaar grenzende kloostercomplexen die nog steeds als dusdanig in gebruik zijn.) Hansa is trouwens katholiek opgevoed, dus de beeldtaal was voor hem goed bekend.

De kunstenaar ging systematisch te werk en bezocht allerlei musea die Madonna’s in hun collectie hadden. Hij bekeek van Eijk in Gent, Martin Schongauer in Colmar, Rafaël, Titiaan in Italië en Tiëpolo in Würzburg en nog vele anderen. Een aantal van de inspiratiebronnen zijn op de door hem geschreven bijschriften in de zaal genoemd.

Vooral de Venetiaanse rococo schilder Tiëpolo had destijds zijn belangstelling, maar over zijn eigen draperie schetsen was hij niet tevreden. Vlak voordat de schetsen moesten worden voorgelegd, stoot hij op een foto van Afrikaanse vluchtelingen in een sloep met gouden reddingsdekens. Toen was het glashelder voor Hansa wat hem te doen stond. Het verbaasde hem zelfs dat niemand anders op het zelfde idee was gekomen. Maar zo was het. Dit idee was aan hém geschonken.

Zodra een belangrijk schilderij klaar is houdt Hansa vaak een kleine vernissage voor zijn directe omgeving. Zo ook bij de Madonna. Het schilderij bleek bij de eerste confrontatie met publiek over autonome krachten te beschikken. Tot zijn verbazing constateerde hij dat het zijn bezoekers soms heftig emotioneerde.

Zoals echte kunst betaamt, overstijgt het werk de kunstenaar.

Benieuwd hoe er tijdens de Biënnale op gereageerd zou worden legde Hansa een bloknoot neer (hier aanwezig) en vroeg het publiek om commentaar. Het is inmiddels behoorlijk vol met opmerkingen in ongeveer alle talen, veel complimenten, maar vooral ook ontroerende reacties.

Hansa schreef zelf dat de Madonna ook hém heeft veranderd. Ik citeer: “Het schilderij markeert voor mij een omslagpunt als kunstenaar. Zocht ik eerst bewust de moeilijkheden op binnen de door mij geambieerde schilderkunstige effecten in stofuitdrukking, nu zocht ik de moeilijkheden in het weergeven van een idee, een standpunt, een emotie of een maatschappelijke probleem. Vaak vervat in een spiegeling met het eigen of ons gezamenlijk verleden. Of gesymboliseerd in een mythe. Het heeft geresulteerd in schilderijen met geheel andere onderwerpen. Geen vrolijke bloemen meer, alhoewel ik niet wil uitsluiten dat die ooit nog terugkeren.”

Susan Sontag schrijft in haar essay over fotografie dat de betekenis van een foto afhankelijk is van de plaats waar het getoond wordt. Het is duidelijk dat de connotatie van een foto in de krant geheel anders is dan dezelfde foto in een museum. Dat geldt ook voor ‘Madonna del Mare Nostrum’. Een groot deel van het publiek beschrijft de Madonna als een foto. Mede gevoed door het feit dat het vaak als replica of digitaal te zien is geweest. Men kan zich hier nu overtuigen. Het is geen foto.

Een krachtig werk daagt ook de maker zelf uit. Het is een schilderij waarin iemands ziel en zaligheid is gelegd: iemands overtuiging en wijze van kijken naar de wereld. Hansa is ervan overtuigd dat een verheviging van de werkelijkheid mensen ertoe kan aanzetten zich door een schilderij te laten bevragen. …ook een onderdeel van zijn realistische stijl.

Dat het schilderij aldus in autonomie zijn eigen weg mag vinden is Hansa’s grootste wens.

De Madonna gaat een drieluik vormen, waarvan het tweede werk – de Piëta – recentelijk is gemaakt. Het derde van het drieluik moet nog geboren worden. Op deze expositie zijn in totaal negen werken van Hansa tentoongesteld om zijn ontwikkeling als schilder te laten zien. Op het nippertje is nog een van mijn andere favorieten, ‘In my Solitude’, ook opgehangen.

De Madonna blijkt mensen te veranderen, hun aandacht te verscherpen, hun blik te zuiveren. Het is een geschenk, een iconisch werk geworden. Graag citeer ik in dit verband Jean-Jacques Suurmond, omdat zijn woorden zo toepasselijk zijn voor dit kunstwerk:

“In een wereld vol lelijkheid, leugen, lijden en bedrog, is kunst een sacrament van hoop. Wanneer we iets moois of nieuws zien, een kunstwerk dat ons raakt, beseffen we dat het bestaan meer is dan ziekte die ons treft of de rampen op het journaal. Ons perspectief verschuift en even delen we het intuïtieve weten van de mystici dat ten diepste alles goed is.”

De kunstenaar ondergaat het proces: hij werkt, oefent, zoekt en soms vindt hij een parel. Geduld, discipline en vastberadenheid worden soms beloond met een geschenk. De dynamische werkelijkheid en waarheid laat zich soms vinden en uitdrukken door een  kunstenaar. En wat gebeurt er met de kunstenaar? Die krijgt het steeds moeilijker om zijn eigen werk te evenaren. Maar het wordt ook minder eenzaam, want mensen gaan om hem heen staan. En terwijl hun bewogenheid voor elkaar groeit, groeit de kunstenaar in levenskunst.

*

Voor deze toespraak maakte Anikó gebruik van haar beeldmeditatie over de Madonna; vele gesprekken en briefwisselingen met kunstenaar Hansa Versteeg en de column van Jean-Jacques Suurmond ‘Over kunst als epifanie’ in het Handboek voor kunst in de kerk (red. Marleen Hengelaar en Anikó Ouweneel, 2015 Buijten&Schipperheijn).

*

Afbeelding: Hansa Versteeg Madonna del Mare Nostrum, Mantel der Liefde, 2017, olieverf op doek, 125 x 125 cm.